Interview met Margje Vlasveld, oprichter van de Ideewinkel

Foto ideewinkel

Margje Vlasveld, foto gemaakt door Ben van Leeuwen

Op 15 maart 2020 bestond de Ideewinkel 15 jaar. Wat was de aanleiding om deze op te richten? Wie was de mens achter de oprichter: Margje Vlasveld? Waarom een winkel? En welke mensen en organisaties maakten onder andere de realisatie hiervan mogelijk? Een terugblik op een inspirerend begin.

 

Interviewer: Anneke van Rossum, september 2020

Vertel eens wat over je achtergrond, wat heeft jou gemaakt tot wie je bent? Wat zijn jouw drijfveren?

Mijn familie stamt al vanaf 1600/1700 uit Leiden. Ik ben dus een echt (Leids) stadsmens. Ik ben geboren in 1958. Mijn ouders waren erg jong. Op hun 19e en 20e hadden zij al twee kinderen en twee  jaar later kwam mijn zus. Mijn oudere broer scheelt elf maanden met mij. Ik zeg altijd dat ik ben opgegroeid, meer dan opgevoed. Het was het begin van de hippietijd. Ik was vroegwijs. Door de verschillende karakters van mijn ouders heb ik twee verschillende voorbeelden in mijn leven gehad. Van mijn moeder heb ik het lieve, het verzorgende meegekregen. Van mijn vader het rebelse, het ondernemende.

Mijn ouders hebben de kiem voor mijn hang naar het buitenleven gelegd. Wij zijn vaak naar het Pan van Persijn geweest en naar de plassen en gingen altijd kamperen aan het IJsselmeer. Na hun scheiding, ik was dertien jaar, is mijn vader verhuisd naar Friesland, waar hij samen met zijn tweede vrouw bouwvallige boerderijen omtoverde in prachtige landhuizen.

Op de middelbare school, ik was zestien, ben ik wakker geschud over het milieu. Een leerkracht had een opruimactie georganiseerd. Met een prikkertje gingen wij al het vuil in de buurt opruimen. Toen zagen wij ineens hoeveel troep er lag, en hoe niet normaal dat eigenlijk is.

Na de Middelbare School wist ik niet wat ik wilde gaan studeren. Ik had een vakkenpakket met biologie en scheikunde. De I-Ching hielp bij mijn keuze. Lukraak heb ik in de beroepengids ‘geprikt’ en kwam bij de opleiding Diëtetiek uit. Dat paste precies bij mijn vakkenpakket. In het tweede jaar van mijn opleiding kwam ik in aanraking met alternatieve voedingswijzen en de biologische landbouw en van daaruit met wat gif en kunstmest doet met de gezondheid van mens en milieu. Ook honger en ondervoeding in een wereld van overvloed en overproductie is een vraagstuk dat mij sinds die tijd bezighoudt. Wat is dat in de wereld? Dat moet toch opgelost of in ieder geval verbeterd kunnen worden? Zo is mijn drijfveer gericht op voeding, landbouw, regio en gezondheid ontstaan.

Hoe heb jij je drijfveren vorm gegeven in de wereld, wat heb je gedaan? Hoe kwam je in de politiek terecht?

Ik ging aan de slag als voedingsvoorlichter bij “Repelsteel” (Vereniging tot bevordering van Gezond Leven) die was gevestigd met een biologische winkel en een eethuis in het Breehuys, een jongerencentrum aan de Breestraat. Daar kreeg ik de eerste uitgave van de Alternatieve Konsumentengids onder ogen, een geweldige vondst naar mijn mening en ik werd meteen lid. De Alternatieve Konsumenten Bond[1] onderzoekt de productie achter het product, zowel op ecologisch, sociaal als economisch gebied. Op het gebied van duurzaamheid dus, alleen bestond dat begrip toen nog niet. Op de eerste ledenvergadering van de Alternatieve Konsumenten Bond werd ik secretaris en meewerkend bestuurslid en vrij snel daarna de directeur.

Voor ons tijdschrift ‘Voeding en Milieu’ schreef ik opiniestukken met de titel ‘Werken aan een droom’.  Roel van Duijn van de Groenen las deze opiniestukken. Hij vroeg mij om mij kandidaat te stellen voor de landelijke verkiezingen in 1989. Ik was toen niet echt met de politiek bezig en kende de Groenen niet. Het programma van de Groenen sloot naadloos aan op mijn visie op voeding en voedselproductie. Ik kwam als eerste vrouw als nummer vier op de landelijke lijst te staan. De Groenen hebben het toen niet gehaald, omdat in dat jaar de kleine linkse partijen zich hadden gebundeld tot Groen Links. De partij heeft het landelijk ook nooit gehaald. De partij bestond weliswaar uit moreel hoogstaande personen, maar het ontbrak aan strategie en men was wars van leiderschap. In Duitsland had je de Grünen, die hadden het ook moeilijk met realo’s aan de ene kant en fundi’s aan de andere kant. Dat was ook in Nederland zo. Ik zoek meer de gulden middenweg. Lokaal ging ik daarna door als lijsttrekker voor de Groenen. In 1994 haalden wij één zetel door een alliantie aan te gaan met Leiden Weer Gezellig. Acht jaar heb ik in de Gemeenteraad gezeten. Ik heb toen mijn diëtetiek praktijk tijdelijk overgedragen aan een collega. Ik stortte mij in de politieke arena.

Wat heb je bereikt in de politiek en hoe kreeg je input?

Wij vroegen altijd aandacht voor de versteende stad en hebben gepleit voor het behoud van bomen en voor meer groen in de stad. Leiden is gelukkig nu veel groener en gezelliger geworden!

Het grootste behaalde succes was na één jaar raadslidmaatschap in 1995. De gemeente wilde de serre en de eetzaal van het Koninklijk Militair Invalidenhuis op de hoek van de Burggravenlaan en Hoge Rijndijk afbreken voor de bouw van koopflats in de tuin. Hiervoor zouden twaalf grote monumentale bomen gekapt moeten worden. Eva Biesheuvel had een handtekeningenactie hiertegen opgezet. In die tijd was net de nieuwe referendumverordening doorgevoerd. Ik heb toen het eerste lokale burgerreferendum in Nederland georganiseerd. En we hebben gewonnen! Een groot succes! Het heeft ons veel credits opgeleverd.

Het was als kleine oppositiepartij niet eenvoudig om er achter te komen wat er in de achterkamertjes van de politiek werd besloten. Dankzij oplettende burgers en buurtverenigingen, kritische ambtenaren en bezorgde raadsleden van de coalitiepartijen lukte dat steeds beter. Die maakten ons attent op plannen, die juist meer verstedelijking brachten in plaats van groen. Zo hebben wij bijvoorbeeld, samen met de volkstuinverenigingen, het opofferen van volkstuinen voor een weg en woningbouw weten te voorkomen.

In de publiciteit werd je regelmatig weggezet als: ‘Daar komt Margje Vlasveld weer’. Hoe ging je daarmee om?

Ik werd inderdaad vaak tegengewerkt, vooral door de achterban van de Partij van de Arbeid. Daar zaten een aantal heel fanatieke mensen, die vonden dat mensen zoals ik gestopt moesten worden. Ik snapte dat niet. Hoe kwamen deze mensen op het idee, dat ik gestopt moest worden? Ik voelde mij echt een volksvertegenwoordiger, ik was immers gekozen om het groene en gezellige geluid te laten horen! Mijn moeder zei wel eens dat ik heel wat eelt op mijn ziel heb gekregen. Toch was ik wel eens echt diep geraakt over sommige publicaties. Vooral als die pertinente onwaarheden vertelden en die mij (zonder eerst navraag bij mij te doen) betichtten van bijvoorbeeld belangenverstrengeling, terwijl ik daar juist heel waakzaam op was. Het Leids Dagblad was liever goede vrienden met het college, ook als dat ten koste ging van kleine partijen. Daar is nu eenmaal meer nieuws te halen. Dat heeft ons zeker weten stemmen gekost.

Kan het zijn dat je de zekerheden van mensen aantastte, heilige huisjes omschopte? Ik vind jou wel een pionier, een visionair. Hardlopers krijgen vaak de klappen. Tegenwoordig is duurzaamheid een veel gangbaarder begrip geworden, ook in de politiek.

O, dank je wel, daar zit wel wat in. Ik zei ongewone dingen, ik ging misschien wel eens te ver in mijn pogingen om de raadsleden en wethouders wakker te schudden. Ik ben meer op mijn woorden gaan passen, vraag mijzelf eerder af: “Wat zou ikzelf denken als ik dat hoor”. Ik heb denk ik een apart gevoel voor humor, die niet iedereen altijd begrijpt. Ik begrijp zelf ook niet altijd grappen die anderen maken. Mogelijk dat mensen het wel moeilijk met mij hebben, omdat ik qua duurzaamheid drie keer langer nadenk, dan de meeste mensen doen.

Hoe is de Ideewinkel ontstaan?

Na acht jaar raadslidmaatschap stelde ik mij niet opnieuw verkiesbaar als lijsttrekker. Ik wilde ’s avonds meer bij mijn zoon (toen twaalf jaar oud) zijn. Ik stond voor de keus wat ik met mijn werkende leven verder wilde doen. Ik schreef eerst een bedrijfsplan om mijn diëtistenpraktijk uit te breiden ondermeer met voedingsprojecten in schoolkantines en kantoren. Maar mijn studie leverde op, dat het erg onzeker was of ik daarmee mijn brood zou kunnen verdienen. Ik voelde nog steeds de drive om kennis te delen en echt iets te veranderen aan het voedselaanbod en de noodzaak van  duurzame voedselsystemen onder de aandacht te brengen. Ook bleven mensen mij bellen met vragen en met allerlei duurzame ideeën. Zo ontstond bij mij het plan voor een stichting voor duurzame burgerinitiatieven. Daarvoor had ik een pand nodig, een bestuur en vrijwilligers. Binnen de opleiding ‘Bestuur en Beleid’ van de Provinciale Vrouwenraad schreef ik hiervoor een bedrijfsplan. Ik stuurde dit plan in 2004  naar het ministerie VROM, die duurzame initiatieven zocht, het was een soort wedstrijd. En het plan haalde het! De Minister destijds, Sybilla Dekker, vond het een goed idee. En toen was er ineens geld! Wel stelde VROM de randvoorwaarden dat er een maatschappelijke organisatie bij betrokken moest worden en ook de lokale politiek moest een bijdrage leveren. De gemeente Leiden gaf toestemming om een leegstaand pand aan de Apothekersdijk als antikraak te betrekken. De overeenkomst met de gemeente was voor drie jaar. Ik vond Gerrit Jan de Bruyn, Bessie Schadee en Henk de Bruin bereid om in het bestuur plaats te nemen. Ik functioneerde als fondsenwerver en projectcoördinator, op freelance basis. Zo kon ik diverse projecten opzetten en uitvoeren, samen met vrijwilligers en projectleiders. Vol enthousiasme hebben wij met geld van Fonds 1818 het pand ingericht. In de eetzaal hielden wij wereldmaaltijden. Ook organiseerden wij er gesprekken om duurzame ideeën uit te werken: mensen  konden met een groep geïnteresseerde mensen van gedachten wisselen over hun duurzame ideeën. Zes dagen per week konden mensen in de winkel terecht met hun vragen. Wij hadden computers staan waarop zij informatie over duurzame producten en organisaties konden raadplegen. En we werkten met Wireless Leiden, het gratis lokale internetsysteem van Leiden. Ook deze organisatie kreeg een werkplek in ons pand. We waren bezig met een database zodat mensen en organisaties elkaar zouden kunnen vinden. Het pand bood verder plek aan andere duurzame clubs, zoals de Leidse Milieuraad, de lokale milieudefensie en fietsersbond en de zonnestroomvereniging Rijnland. Het was een toptijd!

De overeenkomst met de Gemeente voor drie jaar bleek echter niets waard. Na anderhalf jaar ging er een nieuwe wind in de Gemeente waaien. De leegstaande panden van de Gemeente moesten eindelijk maar eens verkocht worden. Dat waren er heel wat, meer dan honderd. Ons pand aan de Apothekersdijk stond weliswaar niet leeg, maar was toch als eerste aan de beurt. Het werd in een mum van tijd verkocht. Waar moesten wij met al onze spullen heen? Op de valreep mochten wij toen naar de Aalmarkt verhuizen. Dat was echter maar één ruimte, bovendien heel erg verwaarloosd en we mochten er in eerste instantie maar een half jaar blijven. Er was geen eer aan te behalen om dat ook op te knappen. We bleven er nog wel doorgaan met onze informatiewinkel. Na anderhalf jaar moesten wij hier ook uit op straffe van een dwangsom. Dat pand heeft nog lange tijd leeggestaan….  Enfin, toen had de Ideewinkel geen plek meer. De winkel was weg ….. De gemeente vond dat wij maar een winkelruimte moesten huren. Maar wij waren een stichting voor duurzame burgerinitiatieven! Geen commercieel bedrijf.

Wat was de kern van jouw beleid? Welke strategie volgde je?

Tja … Ik vind dat het bevorderen van een gezonde en leefbare stad een kerntaak is van de gemeente en dat alle ideeën die hierover worden aangedragen serieus genomen moeten worden. Ik wilde laten zien dat er al van alles gebeurde en kon gebeuren op het gebied van duurzaamheid, dat het geen luchtfietserij meer was, maar bittere noodzaak. Ik wilde dat er samenwerking ontstond. In de praktijk betekende dat mensen actief benaderen en bij de zaak betrekken, ook mensen uit het bedrijfsleven en de overheid. Iedereen is tenslotte burger! Samen optrekken met vriendelijke publieksacties en hartverwarmende duurzame conferenties, bijeenkomsten en projecten. Het hoefde ook niet altijd groot, we wilden laten zien wat mogelijk was.

Voorbeelden?  ‘Laat je knuffels niet verkommeren’ en ‘Geef je boeken een tweede leven’ op de Niet Winkeldag, dat was altijd een week voor Sinterklaas. Marijke Langeveld begon met guerilla-zaaiacties op braakliggend terrein. Opeens stonden er grote gele bloemen van aardperen bij de Waardgracht. Ook vergaten wij de Raadsleden niet: op het balkon van het Leidse Stadhuis kweekten wij in bloembakken biologische aardappelen, pastinaken, uien en wortelen voor hutspotmaaltijden met de Raadsleden op 3 oktober. Ook maakten wij een kennisquiz voor hen: ‘Wie is het groenste Raadslid?’

Jij raakt niet uitgepraat over alles wat er in jouw tijd bij de Ideewinkel tot stand is gekomen. Veel hiervan staat op de website in de vorm van filmpjes https://www.ideewinkel.nl/beeld/ en verslagen https://www.ideewinkel.nl/ideecafe/verslagen/ en zal ook in de interviews met de andere mensen achter de Ideewinkel aan bod komen. Wat vind je de allergrootste verdienste uit jouw tijd en welke mensen waren voor jou belangrijk?

Het Groene Ideecafé! Kort nadat wij geen winkel meer hadden, vroeg Hannie Korthof, beleidsmedewerker bij de Milieudienst Holland Rijnland, input voor een Biodiversiteit Actie Plan voor de gemeente Leiden. Wij organiseerden toen droomavonden in Scheltema. Die werden goed bezocht, we verwenden de mensen ook met een heerlijke biologische maaltijd. Er zijn toen daadwerkelijk dromen werkelijkheid geworden. Hieruit is ook het Groene Ideecafé en Vrij Groen ontstaan. We hadden weliswaar geen eigen plek meer, maar hebben ons niet laten kisten!

Ook bijzonder waren de maatschappelijke stages die wij organiseerden, waardoor scholieren kennis konden maken met alles wat er groeit en bloeit, kruipt en vliegt vlak bij huis. Een fotoshop-project op het Da Vinci College werd in het zonnetje gezet door Fonds 1818 en dat heeft geleid tot meerdere groene schoolpleinen. Janine Vermeulen, Annemarie van Dam en Wim Lunsing hebben daar veel aan gedaan. En Ludy Feijen, buitenkunstenaar heeft bijvoorbeeld een kas ontworpen van wilgentenen op Vrij Groen. Er gebeurde zo veel….

Mijn man Ben en mijn moeder nemen een heel speciaal plekje bij mij in. Ben hielp mij met praktische zaken en nam het beheer van de website en nieuwsbrief over. Veel filmpjes en foto’s zijn van zijn hand. Mijn moeder heeft ontzettend hard mee geholpen met het schoonmaken en omtoveren van het (anti)kraakpand aan de Apothekersdijk tot een mooi, schoon en open huis: De IDeeWinkel.

Wanneer ben je gestopt? Wat was de reden?

Na negen jaar, ben ik in 2014 gestopt met mijn activiteiten voor de Ideewinkel. Het werd steeds drukker in mijn diëtistenpraktijk. Ik moest een keuze maken: of met de Ideewinkel verder of met mijn praktijk. In mijn praktijk kan ik veel betekenen voor mensen, dat geeft mij energie. De Ideewinkel kostte mij steeds meer energie, door de tegenwerking of in elk geval het gebrek aan meedenken toentertijd van de Gemeente. Voor mij werd het tijd om de koers te verleggen in mijn leven, verder te groeien in mijn diëtistenpraktijk. Bovendien had ik vertrouwen in de mensen die verder gingen met de Ideewinkel.

Min of meer heb je nu dus wel gekozen voor de één op één begeleiding. Heb je het idee, dat je hier meer mee bereikt dan in de politiek of de Ideewinkel?

Voor mijzelf geeft het meer voldoening. Ik draag mijn kennis over gezonde voeding over aan mijn patiënten en ook aan mijn collega’s in het gezondheidscentrum en dat heeft altijd weer zijn uitwerking op hun omgeving. Zo kan ik ook werken. Als je echt iets wilt veranderen in de politiek moet je heel veel geduld en heel veel macht (of heel veel geld) hebben. Ik heb niet erg veel geduld geloof ik. Macht of geld heb ik ook niet. Het is misschien niet zo enerverend en uitdagend als in de politiek of Ideewinkel, maar ik werk wel met veel plezier, ik help mensen en dat geeft energie.

Volg je de Ideewinkel nog? En heb jij nog ideeën?   

De Ideewinkel heb ik praktisch los gelaten. Ik wilde niet in de weg zitten, de nieuwe mensen daar hun kans geven. Maar ik volg alles op de voet hoor, mijn man Ben maakt de nieuwsbrief nog altijd. Ik ben ervan overtuigd dat als je duurzame ontwikkeling van onderop (zoals dat heet) wilt stimuleren een fysieke plek, waar creatieve en bij hun omgeving betrokken mensen met elkaar kunnen sparren over hun toekomstdromen, heel hard nodig is. Vooral als je ook het duurzame verbindende kennis- en netwerkcentrum in Leiden zou willen zijn …….

Ik zal altijd blijven zoeken naar mogelijkheden om dingen te verbeteren voor de mensen, het milieu en de aarde. Ideeën heb ik genoeg, ideeën zijn er eigenlijk overal, ze hangen gewoon in de lucht. Sommigen waaien snel voorbij, anderen blijven langer hangen, vooral als deze een verbinding vormen met andere ideeën. Iedereen kan ze (dan) plukken. Mij boeien nog altijd ideeën die iets met voedsel, regio, gezondheid en eerlijk delen van doen hebben.

En de richting energie?

Ook dat hoort hierbij! Zo speelt er op dit moment een idee door mijn hoofd om actie te ondernemen om de daken van de garageboxen achter onze huizen te laten vergroenen …….

[1] Heet nu: Goede Waar